Een nieuwe dag vol niets. Alle tijd om een kop koffie te brouwen. Als ik mijn bed uit durf te komen. Ik draai me nogmaals 10 keer om voordat ik weer in slaap val. Een uur later doe ik een nieuwe poging om wakker te worden. Het eerst been is uit bed, ik stoot mijn hoofd vooralsnog niet dus het zal wel niet het verkeerde been zijn. Een positief begin. Het andere been erbij, ook geen ellende. Zo, terug in de wereld der levenden. De nieuwe dag van niets wordt een uitgebreide koffiesessie. Het wordt tijd om de koffiehandleiding eens in zijn geheel uit te voeren, ik heb immers nog een week vakantie en verlang ernaar om nog even uitgebreid te lanterfanten. De onherbergzaamheid van de trap heb ik onderhand al maandenlang achter me gelaten. De angst voor de roofdieren van mijn huisgenote is ook aan de kant geschoven. Ik staar uit het keukenraam naar de egaal grijze deken die over Utrecht ligt. Ik word aangekeken door een vogel op de schutting. Als ik terugkijk vliegt het beest weg. Ik trek mijn schouders op en trek de deur van het keukenkastje open. De pot met bonen staat al klaar. Voordat ik ze verpulver gooi ik eerst water op het vuur. Ik pak de koffiemolen erbij, giet haar vol en de bladen doen hun verslindende werk. Eenmaal vergruisd gooi ik Bialetti vol. Het gas gaat aan en ik zet de pot op de blauwe vlammenzee. Wachten, altijd dat wachten. De grijze wolkendeken heeft zich lafjes verplaatst, al is dat haast niet zichtbaar. De kat van de buren zit in het woud van onkruid die ook wel de achtertuin wordt genoemd. Bialetti kucht, ik haal haar uit de blauwe vlammenzee en neem haar mee naar haar volgende rustplaats. Als het zwarte goud bijna is gestopt met stromen wikkel ik haar in een klamme handdoek. Ze houdt bijna meteen op met sputteren. Ik giet een theeglas eenderde vol en kijk nog eens naar de grijze wereld buiten. Er gebeurde niets.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten