maandag 2 augustus 2010
De grachtenstruiner.
Weer zo'n dag waarbij ik niet zo goed weet wat de wereld met mij aan moet en ik met haar. Die minzame grijze lucht staat me niet aan als ik langs de grachten van Utrecht tracht te sluipen. Ik dien niet graag betrapt te worden voordat ik mijn eerste koffie in mijn nek heb gegoten. Dus besluit ik mijn weg te vervolgen om eens een goede bak van dat zwarte spul in te slaan, de dag moet immers toch een keer beginnen. Ik trek de kraag van mijn overhemd een keer goed recht, het zal ongetwijfeld dezer dagen een keer goed guur worden en dan wil ik niet onvoorbereid op pad gaan. Met rechte kraag en rechte rug betreed ik de espressobar. De aanwezige mensen kijken veel te vrolijk voor zich uit, alvorens ze het al bemachtigde zwart naar binnen gieten. Op de vraag wat de barista voor me kan maken schrik ik op uit mijn zwartgallige gedachtengang. Ze maakt een dubbele cappuccino voor me klaar. In het schuim prijkt een hart. Hoe groot het hart ook voor me zal zijn, ze zal er toch echt weer aan moeten geloven. Ik kijk het schuimende juweeltje nog eenmaal aan en schenk mijn mond vol met het schuim, dan de melk, dan de koffie. Ik laat het me overduidelijk smaken, zo overduidelijk dat ik de barista opdraag er nog een voor me te maken. En zo geschiedde. Dit keer is het schuim appelig, Ik hoef niet bang te zijn dat ik het hart van het schuim verscheur, zodoende geraakt de liefde voor het zwarte goud des te groter. Wederom laat ik het me smaken. Na betaling, een groet en een 'tot ziens' loop ik voldaan de espressobar uit. Het beloofd weer iets te worden, deze dag van vandaag.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten